Paragrafen

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicomanagement

Overzicht kengetallen

Het betreft de volgende kengetallen, die voor 2022 gebaseerd zijn op de voorziene balans met ingang van 31 december 2022. In kleur is de norm aangegeven uit het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) dat door de provincie wordt gehanteerd voor het interbestuurlijk toezicht.

Groen:   voldoende, Oranje: matig, Rood: onvoldoende.

Kengetal

Signaleringswaarden Provincie

Rekening

Begroting

Begroting

Meerjarenbegroting

minst risicovol

neutraal

meest risicovol

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Netto schuldquote

<90%

90-130%

>130%

35%

75%

77%

72%

69%

67%

Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

<90%

90-130%

>130%

34%

74%

73%

69%

66%

63%

Solvabiliteitsratio

>50%

20-50%

<20%

42%

28%

28%

29%

29%

28%

Grondexploitatie

<20%

20-35%

>35%

5%

5%

5%

5%

4%

2%

Structurele exploitatieruimte

>0%

0%

<0%

-1,8%

-4,1%

-0,7%

-0,4%

0,6%

1,3%

Belastingcapaciteit

<95%

95-105%

>105%

115%

117%

117%

Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Het kengetal 'netto schuldquote', ook wel 'netto-schuld' geeft aan hoe groot de schuldenlast is ten opzichte van de eigen middelen of baten. Deze verhouding zegt het meest over de financiële vermogenspositie van de gemeente. Het geeft aan of er investeringsruimte is of niet. Ook zegt de netto schuldquote iets over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing), waardoor een begroting minder flexibel wordt. De netto schuldquote geeft daarmee een aanwijzing over de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge schuld kan echter ook worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die vervolgens worden doorgeleend aan instellingen, die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om inzicht te krijgen in de mate waarin sprake is van doorlenen, wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

Uit de netto schuldquote blijkt dat onze financieringspositie gunstig is. Dit betekent dat onze schuldenlast relatief beperkt is en wij goed aan onze verplichtingen van rente en aflossing kunnen voldoen. Neder-Betuwe gaat de komende jaren fors investeren, wat leidt tot een toename van de verhouding netto schuldquote.
De oorzaak van het verschil in percentage jaarstukken 2020 (35%) en de begroting inclusief meerjarenraming (75% aflopend naar 67%) ligt erin dat het percentage bij de jaarstukken bepaald wordt over de werkelijk aanwezige schuldenlast. Bij de begroting en meerjarenraming wordt het percentage bepaald over de begrote (benodigde) schuldenlast. De gecalculeerde schuldenlast voor nieuw beleid, nieuwe ontwikkelingen en ambities wordt niet benut. Er is sprake van vertraging in de uitvoering.

Verhouding tussen vreemd en eigen vermogen (solvabiliteitsratio)
De 'solvabiliteitsratio' geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen is (het financiële kengetal solvabiliteitsratio) des te gezonder de gemeente is.
Het provinciaal toezichtkader op gemeenten geeft aan dat wanneer 50% van het totaal vermogen uit eigen vermogen bestaat, de gemeente in de categorie 'minst risico' valt. Is het kengetal voor solvabiliteit kleiner dan 20%, dan is er veel vreemd vermogen aanwezig, wat wordt  aangeduid als 'meest risico'.

Neder Betuwe heeft een solvabiliteitsratio voor 2022 tot en met 2025 van 28%. De oorzaak van het verschil in percentage jaarstukken 2020 (42%) en de begroting inclusief meerjarenraming (28%) ligt erin dat bij de jaarstukken het percentage bepaald wordt over de werkelijk aanwezige schuldenlast en bij de begroting en meerjarenraming over de begrote (benodigde) schuldenlast. De gecalculeerde schuldenlast (is vreemd vermogen) voor nieuw beleid, nieuwe ontwikkelingen en ambities wordt niet benut. Er is sprake van vertraging in de uitvoering.

Grondexploitatie
Het kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen een lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht en de vraag naar woningen is gestagneerd. Het bepalen van een norm voor het kengetal 'grondexploitatie' is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk niets over de relatie tussen de vraag en het aanbod van woningbouw of bedrijventerrein. Maatwerk is hiervoor nodig. Dat wil onder andere zeggen: hoeveel woningen of bedrijventerrein er zijn gepland, van welk type en op welke plek. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachten vraag is. Dit vergt meer onderzoek dan naar voren komt in het genoemde kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld moet namelijk terugverdiend worden. Dit kengetal neemt de komende jaren af in verband met afwikkelingen van diverse grondposities.

Structurele exploitatieruimte
Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Om voor de categorie 'minst risico' in aanmerking te komen moet dit percentage hoger zijn dan nul.

Als gevolg van de heroverwegingen en het behoedzame begrotingsbeleid ontwikkelt het saldo van de structurele baten en lasten zich positief. In het begrotingsjaar 2022 en het jaar erop is dit kengetal negatief. De structurele lasten zijn in deze jaren hoger dan de structurele baten. De ingezette ombuigingen uit de Kadernota 2022-2025 maken dat de laatste jaren 2024 en 2025 een positief structureel saldo laat zien. Er is sprake van herstel van het structurele begrotingsevenwicht.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven, is deze gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). De definitie van het kengetal is: woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar t (het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (het jaar vóór het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage.

De lokale lastendruk in Neder-Betuwe, afgezet tegen het landelijk gemiddelde van 2020, betekent een norm van 117%. Anders gezegd: de belastingdruk in Neder-Betuwe is 17% hoger dan het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onvoldoende (de rode gebieden in de tabel) wil zeggen dat Neder-Betuwe een hogere belastingdruk kent dan gemiddeld en niet of nauwelijks ruimte heeft om tegenvallers via belastingheffing op te vangen.

Deze pagina is gebouwd op 10/27/2021 13:46:44 met de export van 10/27/2021 11:42:19