Overige risico’s
Personeel en Organisatie (bedrijfsvoering)
Het betreft specifieke risico’s zoals wachtgeld en pensioenen van politieke ambtsdragers, ontslag (bijv. van werk naar werktrajecten) en WW en ZW uitkeringen van medewerkers. Er worden meer dan voorheen vaststellingsovereenkomsten en beëindigingsovereenkomsten gesloten met personeel om uiteenlopende redenen. Aan de voorkant zijn de kosten vaak hoger, maar het risico voor de lange termijn is nihil of niet aanwezig. Voor genoemde risico's hebben wij een inschatting gemaakt van € 1.045.000 (8,5% van de totale personeels- en bestuurskosten uit de begroting).
Cybersecurity incident
Daarnaast zijn er risico’s rond informatieveiligheid, privacy en hardware. De gemeente heeft geen verzekering afgesloten voor dit risico. Gebeurtenissen kunnen leiden tot financiële, juridische en imagoschade. Om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken zijn diverse beheersmaatregelen getroffen op het terrein van informatiebeveiliging. Denk aan penetratietesten, stimuleren van de bewustwording van medewerkers door voorlichting en training, back-up, uitwijkfaciliteiten en verzekeringen. Daarom is een risicoschatting gemaakt. Deze komt uit op € 185.000 uitgaande van een financieel risico van € 1.850.000 per cybersecurity incident, ramp of crisis met een kans van 10% (1x per 10 jaar). Deze risico inschatting komt overeen met 1,5% van de totale personeels- en bestuurskosten uit de begroting.
Ontwikkeling gemeentefonds
De uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn aan schommelingen onderhevig. Dit komt doordat de definitieve uitkering aan de gemeenten beïnvloed wordt door de rijksuitgaven ten opzichte van de begroting. Om deze schommelingen op te vangen is een risicobedrag van € 355.000 opgenomen (1% van de algemene uitkering). Daarnaast wordt er gewerkt aan een herverdeling van de maatstaven van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Uit de eerste contouren blijkt dat de financiële effecten van de herverdeling voor kleinere gemeenten fors schommelen (van positieve effecten naar negatieve effecten). Omdat de verwachte financiële effecten fors in omvang schommelen en nog niet betrouwbaar en juist zijn, willen wij een risicoreservering opnemen van € 500.000. Een totaal risicoprofiel van € 855.000.
Crisisbeheersing en rampenbestrijding
In de gemeente kunnen zich allerlei crises en rampen voordoen. Denk bijvoorbeeld aan alle vormen van natuurgeweld en explosie/brand met gevaarlijke stoffen. Een extra risico voor onze gemeente vormen belangrijke transportaders zoals de Betuweroute, Rijn, Waal en een drukke snelweg als de A15. Als voorbeelden van crises worden de hoge waterstanden in 1995 en de wateroverlast in de kern van Opheusden in 2014 genoemd. Als zich een crisis voordoet, kan de gemeente te maken krijgen met (hoge) beheerskosten. Daarom is een risicoschatting gemaakt, die uitkomt op € 100.000 uitgaande van een financieel risico van € 500.000 per ramp of crisis met een kans van 20% (1x in de 5 jaar).
Beheersmaatregelen zijn o.a.:
- actueel houden van de regionale en lokale rampen– en incidentbestrijdingsplannen;
- oefenen van rampenscenario’s met de medewerkers, die een rol hebben in de lokale crisisorganisatie;
- in- en uitvoeren van het Regionaal Crisisplan.
Renteontwikkeling
De rente bevindt zich op een historisch laag niveau. Deze kan alleen nog stijgen. Signalen uit de markt wijzen er op, dat de kans groot is dat de rente de komende tijd weer wat gaat stijgen. Daarom is het risico geschat op € 100.000. Een beheersmaatregel is o.a. het opstellen van een overzicht van toekomstige inkomsten en uitgaven. We handhaven een risicoreservering van € 100.000.
Ontwikkeling verzekeringen
Naar aanleiding van een in 2019 uitgevoerd doelmatigheidsonderzoek (213a) is een aantal verzekeringspolissen aangepast. Hierdoor draagt de gemeente een groter eigen risico voor potentiële schades of gebeurtenissen. Nu worden door de heroverwegingen enkele projecten uitgesteld. Dit kan leiden tot een groter risico op het bekostigen van aansprakelijkheid stellingen.
Daarnaast is de verzekeringsmarkt aan het verharden. Dit heeft consequenties voor premiestijgingen en verzekerbaarheid. Ook klimaatveranderingen gaan een grote rol spelen bij schades en verzekerbaarheid. Het kwantificeren en bepalen van de financiële impact van dit benoemde risico is niet in financiële zin uit te drukken en daarom is hiervoor geen risicoprofiel opgenomen.
Covid -19 (corona pandemie)
De uitbraak van het corona virus COVID-19 eind februari 2020 en de oplevingen van het virus in de tijd daarna heeft grote impact op de Nederlandse samenleving en ook op de gemeente Neder-Betuwe. Ten tijde van het opstellen van deze begroting is nog niet duidelijk of het ook in 2022 nodig zal zijn maatregelen te treffen die de verspreiding van het virus beperken. Wanneer dat het geval is, blijft de gezondheid van onze inwoners en medewerkers ook dan voorop staan. Er zijn beheersmaatregelen getroffen om onder deze omstandigheden de primaire taken uit te voeren (zoals invulling van een crisisteam, inventariseren van kerntaken, vervangingsplannen bij ziekte). Vanzelfsprekend zullen de maatregelen om de verspreiding te beperken gevolgen hebben voor de gemeente. Denk hierbij onder andere aan:
- Ontstaan van vertraging in de uitvoering van initiatieven en ambities.
- Een afname van structurele rijksuitgaven, omdat ook het Rijk initiatieven en ambities uitstelt. Een vermindering van uitgaven kan effect hebben op de hoogte van de Algemene Uitkering.
- Risico rond inbaarheid van gemeentelijke belastingen en heffingen, huuropbrengsten (dorpshuizen, sportvereniging), debiteuren.
- Risico op achterblijvende legesopbrengsten (bouwleges etc.).
- Risico in openeinde-regelingen, toename aanvragen BBZ, bijstand etc. (extra capaciteitsvraag ambtelijke organisatie).
- Risico dat subsidies naar organisaties ontoereikend zijn.
Bovenstaande risico’s kunnen ook spelen bij verbonden partijen.
De ervaring uit de eerste anderhalf jaar met corona leert dat de gemeente, organisaties en verenigingen voor diverse kosten een compensatie van het Rijk ontvangen. Ook zijn er diverse uitgaven die lager uit kunnen pakken, zoals bijv. achterblijvende activiteiten op de diverse taakvelden, reis- en verblijfkosten en dagelijks onderhoud. Op al die onderdelen gelden grote onzekerheden. De compensaties en lagere uitgaven zijn echter tot nu toe incidenteel. Het is nog niet zeker wat het effect van de corona pandemie op de langere termijn is op de lokale economie, het verenigingsleven, het beroep op de zorg, de mate waarin inwoners in hun eigen inkomsten kunnen voorzien, jeugd, onderwijs, eenzaamheid en (mentale) gezondheid. Het risico bestaat dat op die terreinen pas in 2022 of later een effect ontstaat en dat de gemeente hiervoor dan extra (financiële) inzet moet doen.
Via de reguliere planning & control cyclus worden de ontwikkeling gevolgd en gerapporteerd.
Vooralsnog schatten wij in dat geen risicoschatting nodig is.
Specifieke uitkering stimulering Sport (SPUK)
De huidige SPUK regeling (BTW-compensatie voor sport) is van toepassing tot en met 2023. Over de manier van voortzetting vanaf 2024 moet nog besluitvorming plaatsvinden. Wel is duidelijk dat de SPUK-middelen op een nog nader te bepalen manier beschikbaar zullen blijven voor de gemeenten. Het risico dat wij als gemeente lopen is hoe en op welke manier de huidige SPUK-regeling vanaf 2024 voortgang gaat krijgen. De uitgaven en de inkomsten worden via de vaste P&C-cyclus nauwgezet gevolgd. Waar noodzakelijk worden zij bijgesteld met voorgestelde maatregelen. Vooralsnog schatten wij in dat geen risicoschatting nodig is.
Huisvesting voorziening onderwijs
Door het college van bestuur van het Van Lodenstein College te Kesteren (hierna: het schoolbestuur) is een aanvraag ingediend voor een huisvestingsvoorziening. Het schoolgebouw kampt met een gebrekkig binnenklimaat, dat volgens het schoolbestuur te wijten is aan een constructiefout ontstaan bij de bouw van de school in 2008/2009. De verordening onderwijshuisvesting biedt de mogelijkheid tot herstel van een constructiefout.
Voor de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag is een onafhankelijk technisch onderzoek uitgevoerd. Ook is een advies ingewonnen om de aanvraag te toetsen aan het juridisch en wettelijk kader. Op basis van de onderzoeksresultaten en het juridisch advies is de aanvraag afgewezen. Tegen het afwijzingsbesluit is nog een mogelijkheid tot bezwaar en beroep. Vooralsnog schatten wij in dat voor dit onderwerp geen risicoschatting nodig is.
Structurele financiële effecten Omgevingswet
Wij onderzochten met de ODR de structurele financiële effecten van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen op gemeentelijk niveau. De bouwtechnische toets gaat grotendeels naar de markt. Deze werkzaamheden en legesinkomsten komen te vervallen. Tegelijkertijd blijven de meldingsplicht en toezicht en handhaving onderdeel van het gemeentelijk takenpakket, maar zonder mogelijkheden voor het heffen van leges. Met de ODR worden nog nadere afspraken gemaakt, maar er wordt een nadelig structureel financieel effect van ongeveer € 30.000 verwacht.
Verder wordt met de andere ketenpartners – zoals de GGD en de Veiligheidsregio - nog onderzocht wat het effect van de Omgevingswet is op hun rol en inzet.
In 2022 voert de minister samen met de koepels VNG, IPO en UvW een financiële evaluatie van de Omgevingswet uit. Daarbij worden de invoeringskosten (inclusief kosten vanwege uitstel) en de uitvoeringskosten in ogenschouw genomen. Hoewel de VNG inzet op financiële compensatie voor gemeenten, moet de evaluatie uitwijzen of deze er ook daadwerkelijk gaat komen. In 2017 maakten de minister en de koepels namelijk de afspraak dat iedere bestuurslaag de eigen kosten voor zijn rekening neemt.
Het kwantificeren en bepalen van de financiële impact van dit benoemde risico is nog niet in financiële zin uit te drukken. Daarom is hiervoor geen risicoprofiel opgenomen.